Op 1 januari 2000 zal het precies 100 jaar geleden zijn dat de gemeente Amsterdam zelf het openbaar vervoer van personen ter hand nam. Na een taai, jarenlang, gevecht met het stadsbestuur had de particuliere Amsterdamsche Omnibusmaatschappij uiteindelijk het roer uit handen moeten geven. Vandaag de dag schijnt de politieke windrichting de tegenovergestelde te zijn en kllinkt luide de roep om privatisering. Om de fouten van de vorige generatie te herstellen herhaalt de mensheid de fouten van de voor-vorige generatie, schreef eens een groot geleerde. Van de verscheidenheid aan openbare middelen van vervoer die de hoofdstad te bieden heeft, verheugt de tram zich in verhouding tot de andere vervoersdragers bus, veren, metro nog steeds in de grootste belangstelling. Wie in de ruim 460 bladzijden van dit boek bladert, zal geen moeite meer hebben met de beantwoording van de vraag naar het waarom van die bewondering en verguizing. Aan stof voor politieke discussies heeft het in ieder geval nooit ontbroken. De verfoeide eenmanwagens in de jaren twintig, de bekritiseerde drieassers, de verbussingsplannen van de jaren vijftig en zestig of de metroplannen van nu, altijd weer waren er onderwerpen voor heftige debatten, waarmee de tram een stukje onmiskenbare Amsterdamse folklore is geworden. De 57 kleuren- en 217 zwart-wit-foto's, aangevuld met 30 situatietekeningen en verscheidene tabellen, verlevendigen het rijk geschakeerde beeld. Voor de geografische puzzelaar zal de bijgevoegde, gekleurde, plattegrond uit de jaren '10 een welkome ondersteuning betekenen.