In de tweede helft van de tiende eeuw is Kiev-Rusland al een belangrijke staat. Dat was niet alleen te danken aan de gunstige ligging van Kiev aan de Dnjepr, die de belangrijkste handelsroute tussen Skandinavië en Byzantium vormde, maar ook aan de militaire macht van haar vorsten, die ijverig aan gebiedsuitbreiding deden.

Na de dood van Grootvorst Svjatoslav valt het rijk uiteen tijdens een periode van broederoorlogen, totdat de jongste zoon Vladimir er circa 978 in slaagt zich van de troon van Kiev meester te maken.

Vladimir ergert zich aan de veelheid van heidense goden en ontbiedt vertegenwoordigers van de grote monotheïstische godsdiensten naar zijn paleis.

Uiteindelijk zal hij kiezen voor de Grieks-orthodose Kerk van Byzantium, en het Russische rijk voorgoed bij het Westen voegen. Maar voor het zover is, heeft hij nog een lange weg te gaan...