De wereld gaat midden jaren 1970 door een periode van crisis en onrust. De westerse economieën komen door de oliecrisis terecht in een fase van versnelde de-industrialisatie, toenemende inflatie, blijvende werkloosheid en recessie. Iedereen is op olie uit en dat leidt tot verschillende conflicten in het Midden-Oosten, zoals het Israëlisch-Palestijnse conflict en de oorlog in Libanon. Pas in 1982 trekt de wereldeconomie weer aan. Maar technologische innovaties kennen geen crisis. In een tijd waarin de zware industrie en autofabrieken maar op halve krachten draaien, dient een nieuwe sector zich aan: de elektronica. Walkman, camcorder, compact disc en mobiele telefoon worden al snel onmisbaar en de scanning tunneling microscoop staat aan de basis van vele nieuwe intelligente materialen. Maar ook de geneeskunde profiteert van de technologische ontwikkelingen met uitvindingen als de MRI-scanner, endoscopie en ivf. Men krijgt meer grip op kanker dankzij de ontdekking dat bepaalde stoffen kankerverwekkende zijn. Wetenschappelijk onderzoek naar het aidsvirus neemt een grote vlucht en helpt het aantal slachtoffers in grote getale terug te dringen.