Een van de omvangrijkste biotopen die de natuur haar bewoners te bieden heeft, is de gordel van naaldwouden die zich in het noordelijk deel van de Oude en de Nieuwe Wereld tussen de loofbossen in het zuiden en de toendra in het noorden uitstrekt. Toch zijn maar weinig diersoorten in staat geweest deze biotoop te veroveren. Hiervoor zijn verschillende redenen aan te voeren. Zo is het naaldbos arm aan boomsoorteb, waardoor het voedselaanbod weinig gevarieerd is. Verder is het klimaat-in feite de grondslag voor het bestaan van het naaldbos- op die breedte voor de meeste diersoorten over het algemeen niet zo aantrekkelijk. Interessant aan de biotoop is, dat door het betrekkelijk geringe aantal soorten de onderlinge samenhang voor ons duidelijker is dan in een complexere damenleving. Een prachtig voorbeeld hiervan is de relatie tusen de Laplanduil en zijn prooi. Velen zijn de mening toegedaan dat roofdieren, zoals deze nachtroofvogel, de populatiegrootte van hun prooidieren bepalen. Niets i