De achtjarige Winnie komt in 1948 vanuit Nederlands-Indië aan in Nederland. In dit nieuwe thuisland kiest ze radicaal voor ‘niet-Indisch’ zijn, wat voor haar betekent: zelf de regie in handen hebben. Als Winnie op tachtigjarige leeftijd ongeneeslijk ziek blijkt, reconstrueert haar zoon Ramses haar leven in een expositie in het Haagse Kunstmuseum. Hij toont hoe het koloniale verleden sporen achterliet in het leven van Winnie én haar kinderen. In een Haagse toko treffen moeder en zoon elkaar voor een gesprek dat ze nooit eerder durfden voeren.

De eeuw van mijn moeder is een indrukwekkend familieverhaal. Eric de Vroedt schreef deze bejubelde marathonvoorstelling als ode aan zijn eigen moeder: een universele vertelling over migratie, emancipatie, familierelaties, liefde, kunst en leven.