Professor Schelvis, een beroemd viskundige en vriend van Gobelijn, heeft ontdekt dat dolfijntjes geplaagd worden door kleine agressieve zwarte prikvisjes. Eén beet van die visjes tast het zenuwstelsel aan en daarna verkeren de dieren in een roes waar ze plagerig en prikkelbaar van worden. Uiteraard moet er dringend wat ondernomen worden, want het gif brengt hun levensgedrag in gevaar.
Professor Gobelijn bouwt meteen een duikbootje en samen met professor Schelvis, Jommeke, Filiberke en Flip vertrekt het gezelschap op de Kuip van Jan Haring naar de Indische Oceaan.
Daar ontdekken ze dat de prikvisjes eten van de gevaarlijke zwarte zeeanemoon. Zo belandt het gif via de prikvisjes bij de dolfijntjes. Door een reeks ongelukken worden ook professor Schelvis, Gobelijn, Filiberke en Flip geprikt en besmet met het gif. De hele operatie dreigt nu te mislukken. Jommeke is als enige aan het gif ontsnapt en nu rust op zijn schouders de zware opdacht om de zaak alleen op te lossen samen met het dolfijntje dat nog niet werd geprikt.