Jin en jang
Volgens het Taoïsme komt het evenwicht in het universum tot stand door het samenspel van de Twee Grote Krachten, Jin en Jang, het ontvankelijke en het scheppende, ‘vrouwelijk’ en ‘mannelijk’.
Zij vormen geen absolute tegenpolen, maar hebben elkaar nodig en vullen elkaar aan. Zij zijn, evenals de wereld der uiterlijke verschijnselen die zij voortbrengen, in laatste instantie slechts verschillende aspecten van de oorspronkelijke eenheid van alle zijn.
Het is aan de mens, als bemiddelaar tussen de Twee Grote Krachten, tussen Hemel en Aarde, om zowel innerlijk als in zijn handelen dit evenwicht niet in gevaar te brengen door ‘tegen de natuur in te gaan’.
Voor de westerse mens kan het kennisnemen van de eenvoud en de diepte van het taoïsme een ervaring worden als het terugvinden van een dierbaar object …
Zij vormen geen absolute tegenpolen, maar hebben elkaar nodig en vullen elkaar aan. Zij zijn, evenals de wereld der uiterlijke verschijnselen die zij voortbrengen, in laatste instantie slechts verschillende aspecten van de oorspronkelijke eenheid van alle zijn.
Het is aan de mens, als bemiddelaar tussen de Twee Grote Krachten, tussen Hemel en Aarde, om zowel innerlijk als in zijn handelen dit evenwicht niet in gevaar te brengen door ‘tegen de natuur in te gaan’.
Voor de westerse mens kan het kennisnemen van de eenvoud en de diepte van het taoïsme een ervaring worden als het terugvinden van een dierbaar object …
Auteur | | J.C. Cooper |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Religie, Spiritualiteit & Filosofie |