Opgroeiend in het Engelse Bath doet Katie veel moeite erbij te horen, maar vanbinnen voelt ze zich anders dan
haar leeftijdsgenootjes. Samen met haar strenge vader woont ze in een huis vol geheimen. Zo is het haar
verboden te praten over haar moeder, die haar en haar vader in de steek heeft gelaten. Om te ontsnappen aan haar thuissituatie zwerft Katie soms door de ondergrondse mijnenstelsels van Bath (waarvan de geschiedenis teruggaat tot de Romeinse tijd), iets dat verboden en bovendien levensgevaarlijk is. Als ze veertien jaar is doet ze een gruwelijke ontdekking die haar leven voorgoed zal veranderen. Meer dan twintig jaar later keert Katie, die zichzelf nu Kit noemt, terug naar Bath, voor het eerst sinds die tragische zomer.