Broers en zussen hebben is leuk, maar ook moeilijk. Zo is er de grote schok als het eerste kind een broer of zus krijgt: van enig kind, dat altijd alle aandacht krijgt, wordt het ineens oudste kind. Maar ook op andere manieren kan de band met broers of zussen ingewikkeld zijn. Als een van de kinderen ziek of gehandicapt is, bijvoorbeeld, als er geadopteerde broertjes of zusjes zijn, of als er rivaliteit ontstaat omdat de een meer talent heeft dan de ander. Tegelijkertijd voelen broers en zussen in veel gevallen een diepe verbondenheid, en genieten ze van elkaars gezelschap. Vaak is de band tussen broers of zussen dan ook een haat-liefdeverhouding.Marcel Rufo, die in Frankrijk veel aanzien geniet als kinderpsychiater, geeft een heldere analyse van de band tussen broers en zussen, waarbij hij zich baseert op verhalen van kinderen die hij zelf behandeld heeft. Zo komt hij tot boeiende inzichten: dat het ideale leeftijdsverschil tussen twee kinderen zo'n zeven jaar is, bijvoorbeeld, in tegenstelling tot wat veel mensen denken. Rufo komt tot de kern van een zeer belangrijke relatie, die ons tot in het diepst van ons wezen raakt. Een boek dat iedereen met een broer, zus of meerdere kinderen zou moeten lezen.