Zoals een dier is uitgerust met een aantal instincten, waardoor het automatisch reageert op gevaar of op honger, zo is ook de mens uitgerust met een aantal voorgeprogrameerde reactiepatronen. Voor een deel zijn die niet aangeboren, maar aangeleerd. Zo zoekt de mens vaak automatisch naar bevestiging van zijn ik, naar macht, naar sensatie. Met dit complex van emotioneel bepaalde verlangens, verwachtingen, gehechtheden treedt hij dan de wereld tegemoet. Er is echer geen wereld denkbaar die deze honger zou kunnen stillen. Daarom zijn veel mensen ongelukkig. De meesten van ons gaan door het leven zonder te weten wat we willen, maar we voelen ons er allemachtig zeker van dat wat we hebben, het niet is.

Dit boek wordt door de auteur een handboek genoemd. Je zou ook kunnen spreken van een leidraad. Er worden eenvoudige wegen beschreven waarlangs je tot betere inzichten kunt komen, en kunt ontdekken hoe verslaafd je bent aan bezit en roem, hoe bang je bent, hoe bedreigd je je voelt door hersenschimmen. Het is een soort oefenboek voor de geest, een ademecum voor wie wil weten wat de weg naar onvoorwaardelijke liefde en saamhorigheid is.

Als systeem is dit handboek nieuw. Maar de elementen waaruit het systeem is opgebouwd, zijn duizenden jaren lang uitgeprobeerd en getest. Er is veel Oosterse wijsheid in verwerkt, veel inzichten die het oorspronkelijke Christendom kenmerkten vindt men er in terug, terwijl ook de invloed van de humanistische psychologie onmiskenbaar is.