Culturele diversiteit is, en was ook altijd in het verleden, kenmerkend voor ons land. Scholen zijn bedoeld voor alle groepen in de samenleving. Vandaar dat de overheid heeft gesteld dat scholen moeten streven naar intercultureel onderwijs. Dat is onderwijs dat recht doet aan die diversiteit. Het betekent bijvoorbeeld dat in de geschiedenisles ook andere landen en culturen ter sprake komen, dat de leerkrachten in de klas rekening houden met culturele verschillen tussen leerlingen en dat ook de organisatie van de school en het onderwijs daarop ingericht is. Dit boek toetst dit streven aan de praktijk. Er blijkt nog niet zoveel van terecht te zijn gekomen. Waarom dat zo is, wordt hier uit de doeken gedaan, maar vooral ook wat eraan te doen is. Het geeft heel concreet aan hoe leerkrachten, zowel op basisscholen als in het voortgezet onderwijs, intercultureel onderwijs in praktijk kunnen brengen. Het boek is doorspekt met oefeningen, opdrachten en simulatiespelen. Zo leert men niet alleen op papier, maar ook in de dagelijkse praktijk gestalte geven aan onderwijs dat past bij een multiculturele samenleving, waarin alle leerlingen gelijke kansen krijgen.