Dit boek kan beschouwd worden als het derde deel van een trilogie, waarvan Dansend naar God en De onzichtbare weg de eerste twee delen vormen. Feild vertelt hartverwarmende verhalen over zijn reizen. Hij verhaalt over zijn mislukkingen en triomfen, over de hoogte-en dieptepunten in zijn leven, hij laat de lezer huilen en lachen. Hij reist tijdens zijn spirituele zoektocht, van Canada, via californië naar Mexico, dwars over de wereld naar Zwitserland, Spanje en Oostenrijk. Tijdens deze reizen ontmoet hij veel verschillende mensen, waaronder sjamanen, zigeuners, derwishen, een fluitenmaker, een alchemist, een kok en vele anderen. Hij verschaft ons een diep inzicht in ons zelf en in wat het betekent waarlijk mens te zijn. Ook in dit boek geeft hij geen definitief antwoord - hij wil slechts maken dat de lezer voelt wat het wil zeggen waarlijk te leven.