Wat is nu eigenlijk astrologie? Men kan beter vragen wat astrologie niét is. Welnu, astrologie is NIET de bedriegerij van gewetenloze charlatans, NIET de onschuldig lijkende huiskamerspelletjes van schattige, oude dametjes. Zeker NIET de wekelijkse volksverlakkerij in kranten en weekbladen. Astrologie is ook NIET het middeleeuwse “bijgeloof” waarover met oogkleppen op lopende natuurwetenschappers en andere verlichte rationalisten regelmatig heftige woedeaanvallen krijgen omdat het “onuitroeibaar” blijkt te zijn.

Hoewel de officiële wetenschap de astrologie ongeveer drie eeuwen geleden heeft doodverklaard, is ze in werkelijkheid springlevend en meer verspreid dan ooit, o.a. om de heel simpele reden dat deze oudste uit de vroege oudheid overgeleverde Leer een flinke kern van waarheid blijkt te bevatten, mits ze serieus, dat is bij kritische waarneming en toetsing aan de werkelijkheid, wordt beoefend.

Bovendien hebben in de afgelopen kwart eeuw wetenschappelijke onderzoekers – die daarbij blijk gaven van de juiste wetenschappelijke mentaliteit door gewoon te onderzoeken en dus geen star afwijzend a-prioristisch standpunt innamen – bewijzen en sterke aanwijzingen kunnen leveren dat op zijn minst een aantal astrologische stellingen een hoge mate van juistheid bezitten.

De auteur, Rudolf Smit, geboren in 1942, en sinds enige tijd praktiserend astroloog, vindt het hard nodig dat over de ware aard van de astrologie klaarheid wordt verschaft. Zijns inziens kan een correct beeld alleen worden gegeven door hen die deze oude Leer bestuderen en in praktijk brengen, en zeker niet door arrogante wetenschappers die slechts op grond van hun vermeende autoriteit en academische titel vinden dat ze er over kunnen oordelen, maar er in hun schotschriften steeds weer blijk van geven geen enkel wezenlijk begrip te kunnen opbrengen voor de astrologie. ”Ikzelf stond er in het begin ook uiterst sceptisch tegenover – hoe kan dat ook anders: van jongs af aan ben ik amateur-astronoom geweest en dan krijg je de vooroordelen met de paplepel ingegoten. Maar na enkele jaren van zeer grondige studie en zelf toepassen ben ik tot de overtuiging gekomen dat in astrologie grote waarheden gevonden kunnen worden. Op voorwaarde dat althans deels wordt afgestapt van het droge, westers-analytische denken en men bereid is te leren denken en werken met symbolen, opdat men de taal die de planeten spreken in de persoonlijke horoscoop leert verstaan. Uit die persoonlijke horoscoop rijst dan een karakterologisch mensbeeld, dat steeds weer verrassend overeenstemt met de werkelijkheid”.

In zeer heldere taal, waarbij hij geen blad voor de mond neemt, en zowel de kritiekloze fantasten alswel de arrogante betweters er ongenadig van langs krijgen, doet Rudolf Smit verslag van allerlei wetenschappelijke onderzoekingen, alsmede van zijn eigen ervaringen. Hierin wordt hij bijgestaan door vier andere astrologen (onder wie twee academici) die ook uitgebreid verslag doen van eigen onderzoekingen, waarvan de uitslagen tot nadenken stemmen. Het boek is daarom niet alleen geschikt voor de reeds astrologisch geïnteresseerde, maar ook voor de leek die met een open geest de werkelijkheid van de astrologie tegemoet wil treden.