Een boek over auto's, over oude auto's, maar ditmaal toch wel een beetje anders. Geen droge, saaie opsomming van allemaal moeilijke en o zo technische zaken als draadjes en spoeltjes, boring, slag, nokkenas en kopklep, maar wel het op de voorgrond plaatsen van de vernederingen en de vreugden, de teleurstellingen en de meevallers, de vrouwen en de kinderen, de kat en de kanariepiet van die geniale geesten, die zwoegend en ploeterend de eerste auto's in elkaar hebben geknutseld. Vehikels, die nog niets leken op de huidige voertuigen: auto's zo romantisch en eerbiedwaardig dat ze nu met de naam ,,Old Timers" worden aangeduid. Het is een echt gezellig boek geworden met allerlei anekdotes en wetenswaardigheidjes, met vrolijke en trieste gebeurtenissen, allemaal geënt op de ware geschiedenis van die grote mannen, die er (helaas?) voor gezorgd hebben dat de straten van onze hedendaagse steden niet meer bezaaid zijn met dampende paardenvijgen.
Een willekeurige greep uit de onderwerpen: het kookpotje van mijnheer Cugnot, Bertha knort door de ochtendstond, de lord en de arbeider, de mooie dochter van Emil Jellenik, de gekke graaf en zijn stoompaard, de zoon van een knopenmaker en Andre zoekt verkering.
Een sprankelende keuze van onderwerpen, met veel ironie, humor, verve en vaart geschreven. Het geheel is verlucht met een groot aantal oude gravures, tekeningen, foto's enz., waarvan een 16-tal pagina's in vierkleuren.