De opera, combinatie van muziek, toneel, decoratie en dans, is per periode, per taalgebied en per stad op de meest uiteenlopende wijze opgevat. In 400 jaar operageschiedenis heelt elk decennium in elk operaminnend land weer andersoortige opera’s voortgebracht.
Deze levendige geschiedenis wordt in dit boek inzichtelijk gemaakt, niet door een samenvattende geschiedschrijving maar door een analyse van twaalf opera’s die als mijlpalen te boek staan. Ze worden geanalyseerd in hun verschillende aspecten: de opdracht, het publiek, de herkomst van het libretto, de theaterpraktijk, de muzikale taal enzovoort. Ontleed worden werken van Monteverdi, Lully, Gluck, Mozart, Weber, Wagner, Bizet, Verdi, Strauss, Weill, Stravinsky en Zimmermann.