De vonk van Spartacus
Spartacus was een Romeinse slaaf, die een grote slavenopstand leidde die duurde van 73 v.Chr. tot 71 v.Chr. Zijn leger van ontsnapte slaven versloeg het Romeinse leger in verschillende veldslagen.
Sommige bronnen veronderstellen dat Spartacus een gevangen soldaat of deserteur was die later een tijd in het Romeinse leger diende. Het is mogelijk dat Spartacus diende als vrijwilliger in het Romeinse leger, in de auxilia (hulptroepen bestaande uit vreemdelingen). Yann Le Bohec, een Franse historicus en gespecialiseerd in de Romeinse geschiedenis, weerlegt deze hypotheses in zijn boek Spartacus - chef de guerre, (uitgegeven in 2016 bij Tallandier), en steunt zich op het werk van de Romeinse geschiedschrijver Marcus Terentius Varro Reatinus, die stelt dat Spartacus behoorde tot een vrije familie die door het Romeinse leger op jonge leeftijd onrechtmatig gevangen werd genomen en in Rome, ondanks zijn protesten, als slaaf werd verkocht aan een gladiatorenschool in Capua, eigendom van de lanista Lentulus Batiatus. Volgens de Romeinse geschiedschrijver Florus (Lucius Annaeus Florus) zou Spartacus daar een opleiding gekregen hebben van murmillo.
In 73 v.Chr. ontsnapte Spartacus met zo'n 70 andere gladiatoren, waarna hij eerst vluchtte naar de Vesuvius in de buurt van Napels, waar hij een klein leger opbouwde van ontsnapte slaven en gladiatoren.
Het leger versloeg twee Romeinse legioenen die waren gestuurd om de opstand te onderdrukken. Tijdens de winter die volgde werden vooral wapens gemaakt. Het leger was inmiddels gegroeid tot een bonte groep volgelingen, waaronder ook vrouwen, kinderen en bejaarden. In de lente marcheerde het leger in de richting van Gallië. Onderweg werden nog drie Romeinse legioenen verslagen.
Waarschijnlijk was Spartacus oorspronkelijk van plan om naar Gallië te vertrekken, maar later veranderden zijn plannen. Mogelijk gebeurde dit onder druk van zijn volgelingen. Er zijn bronnen waarin beweerd wordt dat een deel van het leger van Spartacus inderdaad de Alpen overtrok, maar het grootste deel van Spartacus' leger trok weer zuidwaarts. Onderweg werden nog twee legioenen onder leiding van Marcus Licinius Crassus verslagen. Marcus Licinius Crassus was in die tijd de rijkste man van Rome.
Na het sluiten van een overeenkomst met Cilicische piraten, wilde Spartacus naar Sicilië vertrekken. Marcus Licinius Crassus liet echter acht legioenen aanrukken om het leger van Spartacus in te sluiten. De Romeinse senaat liet ook de legeraanvoerders Pompeius en Lucullus terugkomen van respectievelijk het Iberisch Schiereiland en Asia Minor.
Spartacus slaagde erin door de linies van Crassus heen te breken en te ontsnappen richting Brundisium (huidige naam Brindisi). Crassus haalde het leger van Spartacus echter in. In de slag die volgde werd het leger van Spartacus verslagen. Spartacus werd nooit gevonden; het is dus niet bekend of hij is gedood of ontsnapt.
Volgens andere bronnen was Spartacus bij de veldslag lichtgewond geraakt en ging het verhaal als volgt verder: ongeveer 6000 gevangen slaven (waaronder misschien Spartacus) werden langs de 200 kilometer lange Via Appia van Capua naar Rome gekruisigd. Hun lijken hebben nog jaren langs de weg gehangen als waarschuwing.
Sommige bronnen veronderstellen dat Spartacus een gevangen soldaat of deserteur was die later een tijd in het Romeinse leger diende. Het is mogelijk dat Spartacus diende als vrijwilliger in het Romeinse leger, in de auxilia (hulptroepen bestaande uit vreemdelingen). Yann Le Bohec, een Franse historicus en gespecialiseerd in de Romeinse geschiedenis, weerlegt deze hypotheses in zijn boek Spartacus - chef de guerre, (uitgegeven in 2016 bij Tallandier), en steunt zich op het werk van de Romeinse geschiedschrijver Marcus Terentius Varro Reatinus, die stelt dat Spartacus behoorde tot een vrije familie die door het Romeinse leger op jonge leeftijd onrechtmatig gevangen werd genomen en in Rome, ondanks zijn protesten, als slaaf werd verkocht aan een gladiatorenschool in Capua, eigendom van de lanista Lentulus Batiatus. Volgens de Romeinse geschiedschrijver Florus (Lucius Annaeus Florus) zou Spartacus daar een opleiding gekregen hebben van murmillo.
In 73 v.Chr. ontsnapte Spartacus met zo'n 70 andere gladiatoren, waarna hij eerst vluchtte naar de Vesuvius in de buurt van Napels, waar hij een klein leger opbouwde van ontsnapte slaven en gladiatoren.
Het leger versloeg twee Romeinse legioenen die waren gestuurd om de opstand te onderdrukken. Tijdens de winter die volgde werden vooral wapens gemaakt. Het leger was inmiddels gegroeid tot een bonte groep volgelingen, waaronder ook vrouwen, kinderen en bejaarden. In de lente marcheerde het leger in de richting van Gallië. Onderweg werden nog drie Romeinse legioenen verslagen.
Waarschijnlijk was Spartacus oorspronkelijk van plan om naar Gallië te vertrekken, maar later veranderden zijn plannen. Mogelijk gebeurde dit onder druk van zijn volgelingen. Er zijn bronnen waarin beweerd wordt dat een deel van het leger van Spartacus inderdaad de Alpen overtrok, maar het grootste deel van Spartacus' leger trok weer zuidwaarts. Onderweg werden nog twee legioenen onder leiding van Marcus Licinius Crassus verslagen. Marcus Licinius Crassus was in die tijd de rijkste man van Rome.
Na het sluiten van een overeenkomst met Cilicische piraten, wilde Spartacus naar Sicilië vertrekken. Marcus Licinius Crassus liet echter acht legioenen aanrukken om het leger van Spartacus in te sluiten. De Romeinse senaat liet ook de legeraanvoerders Pompeius en Lucullus terugkomen van respectievelijk het Iberisch Schiereiland en Asia Minor.
Spartacus slaagde erin door de linies van Crassus heen te breken en te ontsnappen richting Brundisium (huidige naam Brindisi). Crassus haalde het leger van Spartacus echter in. In de slag die volgde werd het leger van Spartacus verslagen. Spartacus werd nooit gevonden; het is dus niet bekend of hij is gedood of ontsnapt.
Volgens andere bronnen was Spartacus bij de veldslag lichtgewond geraakt en ging het verhaal als volgt verder: ongeveer 6000 gevangen slaven (waaronder misschien Spartacus) werden langs de 200 kilometer lange Via Appia van Capua naar Rome gekruisigd. Hun lijken hebben nog jaren langs de weg gehangen als waarschuwing.
Auteur | | Anton van Hooff |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Geschiedenis |