In 1343 trekt Jan van Ruusbroec zich terug in de afzondering van het Zoniënbos. Tot zijn vijftigste was hij kapelaan in de Brusselse Sint-Goedele. Nu zoekt hij de stilte om zijn unieke godservaring te beleven en neer te schrijven. Zijn faam als mysticus en geestelijk raadsman verspreidt zich al snel tot ver buiten onze streken. Paul Verdeyen, eminent Ruusbroec-kenner, leidt ons binnen in het leven en de denkwereld van deze bijzondere man. Hij plaatst bekende getuigenissen naast onverwacht bronnenmateriaal, beschrijft Ruusbroecs strijd tegen de ketterij, zijn kritiek op de mistoestanden in de middeleeuwse Kerk... Jan van Ruusbroec, een van de grootste mystieke schrijvers van het Europese christendom, was geen wereldvreemde zonderling. Een becommentarieerde bloemlezing van de meest sprekende passages leidt ons binnen in zijn geschriften. Geen theologische vragen, geen pastorale wenken vindt men hier. Wél een groot enthousiasme dat over de eeuwen heen blijft aanspreken.