Zondag 19 augustus 1828. Door de straten van Gent wandelen twee vrouwen samen met hun Belgische begeleider naar de Sint-Baafskerk. Ze zijn opgetogen over de moderne stad en haar drukke straten...
Johanna Schopenhauer trekt in 1828 door ons land, samen met haar dochter Adèle, de zuster van de later bekende filosoof Arthur. Haar reisverhaal dat hier wordt vertaald en geannoteerd, publiceert ze pas na de onafhankelijkheid, in 1831. De schoonheid van het gevarieerde landschap, de netheid en de gastvrijheid, de kerken en hun eigenaardige bedienaars, de kermissen, het vlot verlopende postkoetsentransport, de moderne industrie... fascineren haar. Maar ook de prachtige kunstcollecties van onder meer Vlaamse primitieven en barokkunstenaars kunnen haar beroeren.
Op een heel open en soms licht ironische manier beschrijft ze haar indrukken over een klein land in volle overgang - voor haar het modernste van Europa. Een vrouw op reis. België anno 1828 volgens Johanna Schopenhauer is ook bijzonder mooi geïllustreerd met gravures en ander beeldmateriaal die met de tekst een samenhangend tijdsbeeld reconstrueren.