Kerstavond 1951. Chipper Gaines wordt ontslagen en is de wanhoop nabij. Als soldaat in de Tweede Wereldoorlog heeft hij zijn onderarm verloren, en wie wil nu zo'n gehandicapte in dienst nemen? Hoe moet hij het zijn gezin vertellen? Zoals zo vaak drinkt hij zichzelf moed in. Als zijn vrouw Reba dat merkt, wil ze zijn verhaal niet eens meer horen. Verbitterd zoekt Chipper opnieuw zijn toevlucht in de alcohol.
Maar als hij 's avonds laat rondhangt in de kroeg, heeft hij driemaal een wonderlijke ontmoeting. Drie onbekenden geven hem een duwtje in de goede richting en wijzen hem op wat hij al jarenlang in eenzaamheid heeft gemist: Gods aanwezigheid altijd, overal, elk moment van zijn leven.