In Laat de kinderkens tot mij komen beschrijven de predikanten Janeway en Mather de levens van 23 kinderen van wie de oudste slechts 14 jaar mocht worden. De meesten van hen groeiden op in een christelijk gezin maar niet allemaal. Een van de jongens leefde in de sloppen van Londen en was voorbestemd tot ene hard en misdadig leven totdat God hem via een wonderlijke weg bekeerde.
Toch is dit geen droevig boek. De kinderen wisten zich immers geborgen in Christus. De blijdschap des Heeren was hun tot sterkte ook al werd die in het klaaghuis gevonden. Zo beschrijft Janeway het leven van een meisje dat haar diepbedroefde ouders vanaf haar sterfbed troostte door te vertellen wat God aan haar ziel had gedaan.