Nietzsche en het christendom
Karl Jaspers [1883-1969] geldt als een van de belangrijkste denkers van de moderne tijd. Na een studie rechten en medicijnen werd hij aanvankelijk hoogleraar psychiatrie en pas daarna hoogleraar filosofie aan de Universiteit van Heidelberg. Door het nazibewind werd hij in 1936 gedwongen tot aftreden. Na de Tweede Wereldoorlog was Jaspers van 1948 tot aan zijn overlijden hoogleraar wijsbegeerte aan de Universiteit van Bazel. Zijn Nietzsche en het christendom was in 1946 een van de eerste Duitse boeken die van de geallieerden mochten verschijnen, en dit luidde het begin in van zijn statuur als de meest vooraanstaande filosoof in het «Nieuwe Duitsland». In 1936 had Jaspers zijn magnum opus Nietzsche gepubliceerd, en in het spoor daarvan schreef hij Nietzsche en het christendom. Dit beknopte essay was bedoeld om helderheid te krijgen omtrent een van de kernproblemen bij Nietzsche: zijn ambivalente houding tegenover de christelijke traditie in de westerse beschaving. Jaspers toont overtuigend aan dat de filosofie van Nietzsche niet alleen in essentie «onaf» is, maar ook wezenlijk gebouwd is op paradoxen en tegenstrijdigheden. Zo verketterde Nietzsche het christendom, maar tegelijkertijd wortelde zijn denken in het christendom en omarmde hij de kern van het niet-kerkelijke christendom. Bovenal beklemtoont Jaspers de grenzenloosheid van Nietzsches denken, dat voortkwam uit de existentiële beleving van een mens die als eenling in de wereld staat. Tot in onze tijd is Nietzsche en het christendom zeer invloedrijk en van grote betekenis. «Dit boek is niet alleen van belang voor iedereen die geïnteresseerd is in Nietzsche,maar zeker ook voor een ieder die in deze chaotische wereld wil begrijpen waar de kernwaarden van de westerse traditie liggen.» - Frankfurter Allgemeine Zeitung -
Auteur | | Karl Jaspers |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | | Religie, Spiritualiteit & Filosofie |