Tweeduizend jaar geleden. Het Romeinse Rijk was op het hoogtepunt van zijn macht. Het Midden-Oosten werd beheerst door de hellenistische cultuur. In Palestina en daarbuiten was het jodendom volop in beweging. In die bonte wereld ontstond het christendom en werd het Nieuwe Testament geschreven. "Aan een onbekende God" laat zien, hoe we het Nieuwe Testament met andere ogen kunnen lezen in het licht van de tijd waarin het is ontstaan. Verschillende invalshoeken worden kort belicht, waardoor een totaaloverzicht in vogelvlucht ontstaat. Joodse geschriften uit de tijd van het Nieuwe Testament, zoals de rollen van de Dode Zee, maken duidelijk dat allerlei gedachten in het Nieuwe Testament aansluiten op het toenmalige jodendom. Zo komt bijvoorbeeld aan het licht hoe het christendom aansluit op de joodse messiasverwachting. Tegelijk blijkt dan ook de eigen aard van het Nieuwe Testament: het geeft nieuwe antwoorden op vragen die in de klassieke tijd leefden. Aan een onbekende God richt ook de schijnwerper op de confrontatie tussen de eerste christenen en de klassieke cultuur. Zo weet Paulus in Athene uitstekend in te haken op de Griekse filosofie van zijn tijd. En in het bijbelboek Openbaring is de spanning voelbaar tussen trouw aan Jezus en de verering van de Romeinse keizer.