Iedere beoefenaar van beeldende kunst moet weten hoe het menselijk lichaam is gebouwd, welke houdingen het kan aannemen en hoe de ledematen bewegen. Pas dan kan hij tot een persoonlijke interpretatie komen. Dit boek volgt de historische ontwikkeling van de wijze waarop de mens door de eeuwen heen is weergegeven. De nadruk ligt op de dramaische veranderingen en vernieuwingen die Leonardo da Vinci en Michelangelo met hun anatomische studies tot stand hebben gebracht.

Instructieve potloodtekeningen, foto's en heldere beschrijvingen maken duidelijk hoe de botten en spieren zich onderling verhouden en hoe anatomische structuren het uiterlijk van de mens bepalen. Maar anatomische kennis alleen is niet voldoende. Wie de grondslagen beheerst moet daarop kunnen voortbouwen, vandaar dat de auteur uitgebreid ingaat op de manier waarop verschillende kusntenaars, van Gericault tot Schiele, hun anatomische kennis hebben gebruikt om via kleine veranderingen en vervormingen hun emoties uit te beelden.