Drie steden: Rome, Parijs, St Petersburg.
Juist wanneer ik romans lees waarin een stad een hoofdrol speelt, komt bij mij het verlangen op aan de hand van de auteur en zijn personages te gaan wandelen, na te gaan waar stad en handeling elkaar raken. Van dat verlangen is dit boek het gevolg.
Naar Rome ging ik lang geleden met Louis Couperus' meesterwerk 'Langs Lijnen van Geleidelijkheid' (1899) op zak, omdat ik meende door die roman de stad te kennen voordat ik haar ooit had bezocht.
College gevend over de fenomenen massacultuur en massaconsumptie, belandde ik in de geschiedenis van de eerste warenhuizen, ontdekte dat Emile Zola daaraan zijn 'Au Bonheur des Dames' (1883) had gewijd, en wandelde dientengevolge met een andere blik door Parijs.
In St Petersburg voor een congres, nam ik bij mijn verkenningstochten Dimitri Merezjkovski's 'De Veertiende December (1918) mee en bekeek de stad met die roman als gids.
Drie verkennningen', ingegeven door de vraag wat een wandeling aan de hand van een romanschrijver mij zou vertellen over 'zijn' stad.
Nu weet ik wat geen enkele reisgids mij kan vertellen: hoe fascinerend deze drie metropolen zijn, als men ze vanuit een persoonlijker perspectief bekijkt.