Het geschonden gelaat van de staat
Het geschonden gelaat van de Staat toont aan dat onrechtmatige en soms misdadige gedragingen door de Staat der Nederlanden geenszins incidenten zijn, maar tot een vast patroon zijn gaan behoren om een door de overheid onrechtmatig geschade burger van zijn recht te beroven om een redelijk en billijke schadevergoeding te krijgen. De landsadvocaat bekleedt daarbij als juridische spreekbuis van de Staat een hoogst bedenkelijke actieve rol.
De auteur beschrijft aan de hand van zijn eigen strijd en meerdere gevallen dat de Staat structureel het recht op schadevergoeding probeert te frustreren door processen jarenlang te rekken en de burger zodoende kapot procedeert. Aan de kaak wordt gesteld hoe de landsadvocaat jaarlijks zijn eigen zakken vult met miljoenen euros gemeenschapsgeld door met intimidatie en allerhande chicanes uit de juridische trucendoos geboden oplossingen blokkeren
Reuchlin zoekt verklaringen hoe het kon gebeuren dat de journalist Willem Oltmans jarenlang in zijn werk werd gedwarsboomd door Buitenlandse Zaken; de medewerker van Defensie, Fred Spijkers, het leven tot een hel werd gemaakt omdat hij opkwam voor de waarheid; de berger Geert Theunisse zijn recht op bergingsloon werd onthouden en hoe vele anderen, die door de overheid onrecht waren aangedaan door dezelfde overheid bewust maatschappelijk, fysiek en psychisch in de vernieling werden geholpen.
George Reuchlin (1938) begon zijn carrière als bedrijfsjurist bij een scheepvaartconcern in Rotterdam. Toch lokte hem een commerciële functie meer dan een juridische staffunctie. In 1974 richtte hij samen met anderen in 1974 een van de eerste organisaties op voor interim-management. Hij was ondermeer betrokken bij de sanering van de Afvalverwerking Rijnmond, het in opspraak geraakte bedrijf voor verwerking van chemisch afval Uniser en het oliereinigingsbedrijf Verhoeven. Over de afvalscene, waarin vooral criminelen hun graantje meepikten van de welvaartsmaatschappij, schreef Reuchlin zijn sleutelroman Gifgrond.
De auteur beschrijft aan de hand van zijn eigen strijd en meerdere gevallen dat de Staat structureel het recht op schadevergoeding probeert te frustreren door processen jarenlang te rekken en de burger zodoende kapot procedeert. Aan de kaak wordt gesteld hoe de landsadvocaat jaarlijks zijn eigen zakken vult met miljoenen euros gemeenschapsgeld door met intimidatie en allerhande chicanes uit de juridische trucendoos geboden oplossingen blokkeren
Reuchlin zoekt verklaringen hoe het kon gebeuren dat de journalist Willem Oltmans jarenlang in zijn werk werd gedwarsboomd door Buitenlandse Zaken; de medewerker van Defensie, Fred Spijkers, het leven tot een hel werd gemaakt omdat hij opkwam voor de waarheid; de berger Geert Theunisse zijn recht op bergingsloon werd onthouden en hoe vele anderen, die door de overheid onrecht waren aangedaan door dezelfde overheid bewust maatschappelijk, fysiek en psychisch in de vernieling werden geholpen.
George Reuchlin (1938) begon zijn carrière als bedrijfsjurist bij een scheepvaartconcern in Rotterdam. Toch lokte hem een commerciële functie meer dan een juridische staffunctie. In 1974 richtte hij samen met anderen in 1974 een van de eerste organisaties op voor interim-management. Hij was ondermeer betrokken bij de sanering van de Afvalverwerking Rijnmond, het in opspraak geraakte bedrijf voor verwerking van chemisch afval Uniser en het oliereinigingsbedrijf Verhoeven. Over de afvalscene, waarin vooral criminelen hun graantje meepikten van de welvaartsmaatschappij, schreef Reuchlin zijn sleutelroman Gifgrond.
Auteur | | George Reuchlin |
Taal | | Nederlands |
Type | | Paperback |
Categorie | |