U noemt J. Edgar Hoover de Amerikaanse Machiavelli, waarom?
‘Hoover was de man die in de jaren dertig de moderne veiligheidsstaat creëerde. Het verzamelen van vingerafdrukken was zijn idee. Andere moderne technieken om inlichtingen te verzamelen zijn ook van zijn hand. Daarbij moet je denken aan telefoongesprekken aftappen, afluisterapparatuur plaatsen, het inbreken in huizen en kantoren om documenten te stelen en het ophangen van camera’s op iedere hoek van de straat. Zijn nalatenschap zie je overal. Hoover wist net zoals Machiavelli dat informatie macht was. Hij alleen had van president Franklin Roosevelt de macht gekregen om informatie te verzamelen. Tegelijkertijd kon hij inlichtingen gebruiken om presidenten te maken of te breken.’

Sloeg Hoover door in zijn angst voor communisten?
‘Het waren niet alleen de achtduizend leden van de Communist Party waar Hoover bang voor was, maar ook het succesvolle spionagenetwerk van de Sovjet-Unie die aanwezig was in de Verenigde Staten. Daarnaast waren er nog zo’n tienduizend fascisten. Angst zit in wat je niet weet. Het was tijdens de Tweede Wereldoorlog niet duidelijk of Hitler of Stalin zou winnen. Na de oorlog had Stalin de helft van Europa ingenomen, maar de FBI had geen inlichtingen over de verdere intenties van Stalin. Wat de FBI wel wist, was dat de Sovjets niet alleen de geheimen van de atoomboom hadden achterhaald, maar ook die van de waterstofbom. De Amerikaanse bevolking was zeer angstig voor nucleaire aanvallen. Het was een reële angst, want Russiche spionnen hadden zowel het Pentagon, de CIA als de FBI geïnfiltreerd, terwijl de FBI pas in 1958 een infiltratiepoging deed in Moskou.’