Confrontatie van de geloofswereld van de gereformeerde theoloog met die van de rooms-katholieke publicist.

Recensie(s):

Boven de laatste twee hoofdstukken staat: ‘Bevrijd van een belast verleden’ en ‘Naar een oecumenische toekomst’. Binnen dit raam wisselen Jager en v.d. Plas, de één gereformeerd, de ander katholiek, beiden veellezer, -weter en -schrijver, ervaringen uit. Deze raken de institutionele kerk, haar geschiedenis en leer, hemel, heiligen en hel, het patriarchale gezag, de vrouw en seksualiteit, kunst en zoveel meer. Gereformeerd en katholiek vormden lange tijd karakteristieke, veelzijdige, streng gescheiden werelden met toch veel overeenkomsten. De toon van de gesprekspartners is relativerend, want hun betrokkenheid op wat wezenlijk is in geloof en traditie is groot. Boosheid merkt men pas, wanneer het desintegrerende beleid van de huidige conservatieve hiërarchische top van de RK Kerk ter sprake komt. De gesprekstoon en de talrijke anekdoten dragen bij tot de vlotte leesbaarheid van dit actuele boek over de kerk tussen traditie en vernieuwing.