De eerste drie kinderjaren zijn voor het hele verdere leven van grote betekenis. Want in deze eerste levensfase wordt de grondslag gelegd voor een harmonische ontwikkeling van de psychische en geestelijke vermogens.

Als hulpeloze zuigeling worden we geboren. In het eerste levensjaar leren we lopen, in het tweede jaar veroveren we de spraak, en in het derde jaar ontwaakt het denken.

Leren lopen, leren spreken, leren denken zijn fundamentele vermogens voor de latere menswording. Zij leiden tot de ontwikkeling van 'woordzin' , 'denkzin' en ík-zin' .

Karl Konig, anthroposofische arts en stichter van de Camphill-beweging, beschrijft dit prces op boeiende wijze. Hij opent de ogen van ouders en opvoeders voor facetten van het kinderleven, die vaak onopgemerkt voorbij gaan, terwijl ze toch voor een goed begrip van het kind in zijn ontwikkeling van bijzonder belang zijn.