De 'Doerner' zoals dit klassieke handboek meestal wordt genoemd, is onder vakmensen al heel lang een begrip: zo zeer zelfs dat het als bijnaam 'de bijbel van de kunstschilder' kreeg. Dat deze vierde, Nederlandse druk nodig blijkt, is het sprekende bewijs dat Doerner's 'Schilderkunst' niet alleen door professionele kunstenaars hoog wordt gewaardeerd en verplichte literatuur op kunstacademies is. Juist ook bij talloze amateurs en liefhebbers van schilderijen bestaat een grote behoefte aan een degelijk vakboek met uitvoerige en diepgaande informatie over de 'ambachtelijke' kant van het schilderen. Het boek behandelt een aantal schildersmaterialen, zoals pigmenten, bind- en oplosmiddelen en schilderondergronden. Daarnaast wordt gedetailleerd ingegaan op diverse schildertechnieken: olieverf, tempera, pastel, aquarel, fresco en acryl. Door de jaren heen zijn de schilderstechnieken die in het boek aan bod komen op de praktijk afgestemd. Tenslotte worden oude en moderne technieken op het gebie