In 's Konings Paleis op den Dam wordt aan de hand van prenten, ontwerptekeningen, schilderijen en inventarislijsten de bouw- en vooral de verbouwingsgeschiedenis van het Koninklijk Paleis op de Dam verteld. Het Paleis op de Dam is het enige paleis in Nederland dat niet als onderkomen voor een Oranje is gebouwd. In 1648 besloot het stadsbestuur van Amsterdam tot de bouw van een nieuw, monumentaal stadhuis. Jacob van Campen werd als bouwmeester gekozen en in het Amsterdamse stadhuis schiep hij zijn meesterwerk in een stijl die we nu Hollands Classicisme noemen.
In 1808 liet Lodewijk Napoleon, koning van het Koninkrijk Holland, het stadhuis tot paleis verbouwen. Op 2 december 1813 zou voor het eerst een Oranje het Paleis op de Dam betreden. Het was Willem I die als soeverein vorst zijn intrek nam in het - toen weer even - 'stadhuis' van Amsterdam. De schepping van Jacob van Campen bleef echter voortaan als paleis dienst doen. In de twintigste eeuw onderging het paleis verschillende verbouwingen en noodzakelijke restauraties.