GEBRUIKSHOND IN DE PRAKTYK

GEBRUIKSHOND IN DE PRAKTYK

De gebruikshond in de praktijk : keuze, verzorging, fok, africhting, training en gebruik.

geautoriseerde Nederlandse vertaling: Jan van Rheenen

Vaor emenaren van gebruikshonden, die zich ook bezighouden met de Afriehvmr daarvan, 1e het wel onnodig om ‚Hegendorf’ aan te prijzen afs een der beste standaardwerken op dit gebied. Het is dan ook naar mijn menug zeer juist van de uitgeefster gezien aan Jan van Rheenen te verzoeken dit werk in de Nederlandse taal over te zetten en het op te nemen in zijn fonds. Fen bezwaar verbonden aan cen vertaling-zonder-meer was echter, dat Hegendorf wit de aard der zaak alleen die hondenrassen en hun opvoeding en africhting behandelde, welke in Duitsland gehouden en gebruikt worden. In Nederland kennen wij echter náást de door Hlegendorf genoemde rassen nog tal van andere, die eveneens in de praktijk aangewend worden. Zo was het dus noodzakelijk, dat het werk aangevuld werd. Wat de jachthonden betreft heeft Van Rheenen, in de geest van Hegendorf, dan ook nog o.m. de viszla, de steenbrak, de retriever, de drentse patrijshond, de wetteren stabyhoun behandeld. Ook de gebruikshondenrassen voor speur-, politie-, rode kruisen blindengeleidewerk moesten worden aangevuld, hetgeen grondig gebeurde! In de opzet hiervan werd gebruikgemaakt van het feit, dat de opvoeding voor al deze groepen gebruikshonden gelijk is, terwijl van de dressuur een aantal oefeningen gelijkvormig zijn, en een deel parallel aan elkaar. Zo gelden appêloefeningen voor alle rassen; het volgen van het zweetspoor door de jachthond komt overeen met het manspoor volgen van de speurhond; het doodverluiden van de jachthond — aanblaffen van man of voorwerp bij revieren van de politiehond; doodverwijzen van de jachthond door middel van een brengsel — aanwijzen van gewonden door de rode kruishond. Alleen de oefeningen, die voor een bepaalde categorie gebruikshonden specifiek zijn, zoals bijv. het manwerk van de politiehond. werden zonder enige verwijzing naar analoge oefeningen bij andere groepen opgenomen. Door een en ander is dit handboek niet alleen niet onaanzienlijk uitgebreid, doch er voor de Nederlandse lezer nu ook aanzienlijk beter op geworden. Men denke nu niet, dat het alleen van belang is voor jager of africhter, niets is minder waar! Hegendorf ruimt juist een zeer ruime plaats in aan de opvoeding van de hond en aan voorbereidende oefeningen en wel op een voor iedere hondenliefhebber begrijpelijke wijze. Waar wij van deze eenvoudige oefeningen gebruik maken bij de opvoeding van onze hond tot een behoorlijk lid van het gezin, spreekt het vanzelf, dat dit boek van interesse is voor een ieder, die prijs stelt op een goed gedisciplineerde makker, waarmede hij zich overal kan bewegen. Prof. Dr. W. F. DONATH + VOORWOORD BIJ DE NEDERLANDSE UITGAVE In 1938 overleed op 67-jarige leeftijd Ludwig von Méry von Kapos Mère, die onder de naam Legendorf als publicist op jacht-, jacht kynologisch en dressuurgebied in onze nabuurlanden algemene bekendheid en grote waardering genoot. In torz verscheen van zijn hand „Der Gebrauchshund”, een standaardwerk op het gebied van de africhting van en het werken met honden. De methode van de individuele opvoeding, en africhting die hij daarin voorstond, wekte — hoe kon het anders in dat tijdsgewricht! — de aanhangers van de toen algemeen gebruikelijke, opzettelijk met geen persoonlijke aanleg rekening houdende, par force dressuur op tot een felle strijd. Die strijd is Hegendorf geenszins uit de weg gegaan, want het lag zeker niet in zijn aard het gevecht te ontlopen, integendeel. Hij stond ten volle achter zijn toentertijd wel zeer revolutionaire opvattingen, en wist deze langzaam maar zeker ingang te doen vinden, al zijn ze helaas ook thans nog niet overal gemeengoed geworden. Wellicht is dat niet verwonderlijk. Hóé ver Hegendorf zijn tijd vooruit was, blijkt wel als we de door hem reeds in 1912 verdedigde opvattingen toetsen aan de bevindingen der moderne dierpsychologie. Zijn standpunt, dat wij slechts dan betrouwbare arbeid van een hond mogen verwachten, indien het verrichten daarvan voortvloeit uit zijn natuurlijke geaardheid, wordt door deze bevindingen volkomen onderschreven. Het best wordt dit standpunt wellicht geïllustreerd door Dr. Portielje, waar deze zegt dat de mensheid er in geslaagd is jachthonden, jachtvalken en jachtluipaarden te vormen, doch dat niemand er ooit in slagen zal met een jachtkoe of een jachtkip voor de dag te komen. Met regelmatige tussenpozen verscheen van zijn handboek een nieuwe druk. En iedere druk was uitgebreider dan de vorige, en aan de hand van inmiddels opgedane ervaringen bijgewerkt en herzien. Hoewel Hegendorf hoofdzakelijk spreekt over jachthonden, bleek zijn werk ook voor hen die zich bezighouden met de africhting van politiehonden, speurhonden, rodekruishonden en blindegeleiders een onmisbaar vademecum te zijn. Zeer begrijpelijk! Tenslotte is, hoezeer het arbeidsdoel dezer categorieën gebruikshonden onderling ook verschillen mag, de arbeidswijze zowel als de arbeidsdrift in de grond gelijk. Met andere woorden: er bestaat geen principieel verschil tussen het zoeken van een ziekgeschoten stuk roodwild door de zweethond, en het zoeken van een gewonde soldaat of een gevallen bergbeklimmer door een rodekruishond. En evenmin bestaat er enig principieel verschil tussen het volgen van een wildspoor door een teckel en het volgen van een misdadigersspoor door een Duitse herdershond. Tussen het apporteren van een vleugellamme eend en het apporteren van een weggeworpen inbrekersbeitel bestaat evenmin enig verschil als tussen het stellen van een stuk roofwild door een jachtterrier en het stellen van een stroper door een bouvier, herder of rottweiler, Zowel in het ene als in het andere geval vloeien acties en reacties van de honden voort uit dezelfde aanleg, dezelfde eigenschappen en dezelfde driften.


Na Hegendorfs dood vertrouwde zijn uitgever de bewerking toe aan Hermann Eiserhardt, die als africhter, jager en kynoloog zijn sporen eveneens reeds lang verdiend had. In 1966 verscheen onder zijn supervisie de tiende druk van Der Gebrauchshund, waarnaar deze Nederlandse uitgave bewerkt werd.

Bij deze bewerking werd het boek op talrijke punten aangevuld. Zo werden beschrijvingen van de diverse gebruikshonden opgenomen en een hoofdstuk gewijd aan de speurhond in dienst der Justitie.

Slechts wie de eisen van de praktijk uit eigen ervaring kent, is in staat een hond dusdanig af te richten dat hij voor de praktijk ook bruikbaar is. Hegendorf was als jager zeker niet de eerste de beste! Hij kende het wild als weinig anderen in zijn gewoonten en behoeften, en wist na de eerste wereldoorlog verscheidene volkomen verwoeste en leeggeschoten jachtterreinen weer te bevolken en terug te brengen in hun oorspronkelijke staat. Zo ooit, dan had hij in die periode gelegenheid het nut van politieen verdedigingshonden aan de praktijk te toetsen, want het uitgezette wild lokte stropers in grote getale naderbij, en geen jachtopziener bleek in staat zonder een goede hond zijn revier afdoende te beschermen. De enorme ervaring die Hegendorf in de omgang met en bij de training van zijn eigen honden opdeed, toetste hij onophoudelijk aan de nieuwste resultaten van onderzoekingen op het gebied der dierpsychologie.

Zo behield hij het noodzakelijk, ja, onmisbaar evenwicht tussen theorie en praktijk.

Dat dit boek ook hier te lande in een lang gevoelde behoefte zal voorzien, is wellicht een afgezaagde gemeenplaats. Maar het is er niet minder waar om.

Omwille van de traditie gebruikt Hegendorfs uitgever nog steeds voor een deel de foto’s die reeds in de eerste druk een plaats vonden. Zij symboliseren als het ware bijna zes decenniën ervaring die in dit boek zijn opgehoopt. Wij vonden deze traditie te aardig om er mee te breken.


Auteur | Hegendorf
Taal | Nederlands
Type | Hardcover
Categorie | Wetenschap & Natuur

bol logo

Kijk verder

Boekomslag voor ISBN: 9789052100197
Boekomslag voor ISBN: 9789062486656
Boekomslag voor ISBN: 9789090118451
Boekomslag voor ISBN: 9789062485970
Boekomslag voor ISBN: 9789062482238
Boekomslag voor ISBN: 9789062489886


Boekn ©