Onze ziel komen wij elk moment tegen. Wij botsen er tegen op, schudden verbaasd ons hoofd en gaan verder zonder lang stil te staan bij dat vreemde ding waarmee we in aanraking kwamen. We zijn vertrouwd met vreugde, verdriet en alle andere emoties waarover de ziel ons vertelt. Maar sinds Sigmund Freud beschreef dat ons psychisch functioneren niet elleen bepaald wordt door hetgeen wij ons bewust zijn, hebben wij te maken met emoties en aandriften die onbekend zijn, en moeten we rekening houden met gedachten die zich in geheimtaal kenbaar maken.
Zijn psychiaters gedachtenlezers? In dialogen met J. Bastiaans, W.K. van Dijk, R. Giel, Th. Hart de Ruyter, H. Keilson, P.C. Kuiper, G. Mik, J. Smilde en D. Zuithoff kijkt de auteur van dit boek terug op het vak van de psychiater. Hij vraagt zijn gesprekspartners waarom zij dit vak gekozen hebben, hoe zij in de dagelijkse praktijk van het vak de omgang met patiënten ervaren hebben, hoever naar hun mening de maatschappelijke invloed van de psychiatrie reikt en hoe zij,