Dit boek maakt de brieven openbaar waarmee freule Lientje Sandberg, de latere Jacqueline Royaards-Sandberg, rond de eeuwwisseling literatoren als Lodewijk van Deyssel, Emile en Frans Erens, alsmede de schilder Isaac Israels telkens weer heeft verblijd, Vooral Van Deyssel. die toen het hoogtepunt van zijn roem had bereikt, placht zij met de grootst denkbare openhartigheid te schrijven over alles wat denkbare openhartigheid te schrijven over alles wat haar intens bezighield: haar lectuur zo goed als haar alles wat op enigerlei wijze verband hield met de verwezenlijking van haar toneelaspiraties. Waar nodig werden deze brieven zorgvuldig toegelicht door de Van Deyssel-spccialist Harry G. M. gelicht door de Van Deyssel-specialist Harry G.M. een voorwoord schreef, ten dele gebaseerd op tot dusver onbekend gebleven gegevens uit het Van dusver onbekend gebleven gegevens uit het Van Deyssel-archief. Een uitgebreid register van persoonsnamen completeert deze uitgave.