Barend “Boy” ten Hove (1909-1969) maakte deel uit van een groep Nederlandse vrienden die goed op de hoogte waren van de vooroorlogse jazz scene. Hij was een zeer getalenteerde grafische kunstenaar, die tekeningen maakte voor verscheidene Nederlandse periodieken en die tot de pioniers behoorde op het terrein van stripverhalen. Jazz was Boy’s hobby. Hij kreeg zijn grote kans toen een van zijn vrienden, Henk Niesen, voor het Algemeen Handelsblad ging schrijven over jazzonderwerpen. Deze artikelen verschenen van 1935 tot een paar maanden na de Duitse invasie in Nederland in 1940. Boy ten Hove maakte tekeningen van de musici waar Niesen over schreef. Ook in het Verenigd Koninkrijk en in de VS werden zijn tekeningen populair. De oorlog maakte een eind aan deze gelukkige periode en Ten Hove trok zich terug uit de wereld van de jazz. Het duurde tot 1970 voordat de belangstelling voor zijn jazztekeningen terugkwam. Een nieuw publiek zag ze voor het eerst: op de voorzijde van het jazztijdschrift Doctor Jazz en in de vorm van een tentoonstelling tijdens het jaarlijkse jazzfestival in Breda. Met hulp van een aantal jazzliefhebbers van een oudere generatie bouwde Ate van Delden een grote collectie op van Ten Hove’s tekeningen. Deze tekeningen, meestal slechts als knipsel bewaard gebleven, vormen de basis vormt voor dit Engelstalige boek. De familie Ten Hove stelde biografisch materiaal beschikbaar over de kunstenaar.