Nederland voer al lang op de kusten van West-Afrika, maar heel opvallend tussen het geweld van de internationale vloot waren de knappe en verzorgde schepen van de Holland West-Afrika Lijn.

Eenheden van deze lijndienst werden ingebracht door rederijen als HSM, KPM, SMN en VNS en een groot aantal zeevarenden heeft dus jaren en jaren op de schepen in deze boeiende tak van de koopvaardij doorgebracht.

Voor het eerst zijn hier de schepen van de HWAL en hun bezigheden binnen één kaft gebracht. Arne Zuidhoek, zelf opvarende van een van die fraaie -kust-boten, beschrijft en illustreert de schepen en ook de typische facetten van deze dienst met trefwoorden als: mammy-chair, Duivelsbocht, Kroe-boys, riviervaren, malaria, wurgslangen.

Arne Zuidhoek bezit de zeldzame gave van de verteller. Welk schip ook, hij weet erover mee te praten, uit eigen ervaring of uit verhalen van anderen, maar vooral omdat hij zich in ieder (mooi) schip kan verplaatsen. (De Blauwe Wimpel)