Als Simons de Kuyper over zijn leven nadenkt bekruipt hem steeds vaker heet idee: is dit nu alles? Niet dat hij iets te klagen heeft, want het ontbreekt hem aan niets, hij heeft een lieve vrouw en onvolwassen zoon, een prima baan en voldoende zekerheden, maar het is allemaal zo 'gewoon'. Door een val 's avonds laat ontmoet hij Feline van Maanen, een jonge moeder met een dochtertje van vijf jaar. En wat hij nooit verwacht had, gebeurt: hij wordt verliefd op haar. Maar is dat wederzijds? Of ziet Feline in hem niet meer dan een goede vriend? Voor Simon lijkt zijn leven een nieuwe invulling te krijgen. Is het een tweede kans of niet meer dan een vlucht uit de werkelijkheid?