Aan het eind van de Tweede Wereldoorlog raakt de twintiger Gaaike Oldinga, een domineeszoon afkomstig uit Noord-Groningen, als vrijwilliger aan het Oostfront verzeild op een geïsoleerde boerderij ten noorden van Berlijn. De gemêleerde plattelandsbevolking is in afwachting van de naderende Russen. Wanneer Gaaike een onthullend dagboek vindt op het dode lichaam van een ontsnapte vrouw uit het concentratiekamp Ravensbrück, begint hij te twijfelen aan zijn toch al wankele geloof en de gemaakte keuzes in zijn leven. In de chaotische laatste dagen van de oorlog moet hij kiezen tussen overleven en zichzelf opofferen, tussen de waarheid negeren of deze juist opzoeken.

Martijn Lofvers (1967), geboren en getogen in de stad Groningen, studeerde na het gymnasium bedrijfskunde aan de Technische Universiteit Eindhoven. Sinds zijn afgeronde studie woont hij in Doetinchem en werkt in de uitgeefwereld van management- en vakbladen, eerst als redacteur en daarna als hoofdredacteur en uitgever. Dodenmars is zijn debuut als romanschrijver; hij heeft zich laten inspireren door Montyn van Dirk Ayelt Kooiman en Oorlog en vrede van Tolstoj.