‘Qué tiempo de mierda! – Wat een kolereweer!’
Wie durfde er hier, in Gods Huis, zo hartgrondig te vloeken? Nieuwsgierig gluurde Rafael lang de pilaar. Voor in de kerk stond een donkere gestalte. Hij had een grote bos haar en droeg een wijde mantel. Opnieuw weerlichtte het hevig. Het leek of de bliksem afketste op de vuurrode haardos van de geheimzinnige verschijning.

Spanje, aan het eind van de zestiende eeuw. Een groep zwerfkinderen trekt van Noord naar Zuid, dwars door het uitgestrekte en soms onbarmhartige landschap met de beroemde historische steden: Santiago, Salamanca, Toledo, Córdoba…

De kinderen zijn op weg naar Sevilla, de havenstad waaruit de schepen vertrekken naar De Nieuwe Wereld. Onderweg moeten ze allerlei gevaren overwinnen en horen ze vertellen over de beroemde volksheld El León Rojo – De Rode Leeuw. Zullen de kinderen Sevilla bereiken? En is hun avontuur dan voorbij?