Het werk van de in 1942 geboren kunstenaar R.W. van de Wint kan als geheel het best worden omschreven als een bol. De verschillende segmenten zoals tekeningen, schilderijen, sculpturen en bouwsels vormen tezamen de identiteit ervan

De kunsthistoricus Jacqueline van Koningsbruggen schetst in deze eerste monografie over Van de Wint de achtergronden van de ontwikkeling van zijn werk aan de hand van een ruime keuze uit zijn tekeningen, pastels, gouaches,schilderijen, modellen, monumentale sculpturen en gebouwtjes. Het project in het duingebied de Nollen wordt als een totaalkunstwerk beschouwd. De eenheid staat daarbij voorop, maar het is een eenheid die een schijnbare tegenstelling insluit. Zo vinden we in zijn werk naast het grote formele het kleine informele, het statische naast het dynamische en het tragische naast het komische.


Toen Van de Wint zich in 1980 in het duingebied terugtrok, verliet hij de museumzaal als context voor het tonen van zijn werk. In De Nollen kon en kan hij de juiste samenhang tussen kunstwerk en ruimte zelf creëren. Hier experimenteert hij met ruimte, schaal en maat. Vanuit deze experimenten heeft hij schilderingen en sculpturen gemaakt voor andere locaties, zoals de koepelschildering in Paleis Noordeinde, de schilderingen in de vergaderzaal van de Tweede Kamer en enkele monumentale sculpturen.

De laatste tentoonstelling van werk van Van de Wint vond in 1979 in Groningen en Bazel plaats. Nu, ruim twintig jaar later, heeft hij opnieuw een tentoonstelling, waarbij de interactie tussen kunstwerk en ruimte voorop staat. Van 29 juni tot 22 september 2002 is er in het Kröller-Müller Museum in Otterlo een expositie te zien. Het boek verschijnt ter gelegenheid van deze tentoonstelling.