Anna Komnene (1083-1153/54) is de eerste vrouwelijke geschiedschrijver. Ze was de dochter van Alexios I Komnenos, keizer van het Byzantijnse rijk van 1081 tot 1118. Ze schreef een sterk persoonlijk gekleurde biografie van haar vader, waarin ze aan de hand van talloze details over het leven aan het hof met al zijn intriges ruime aandacht schenkt aan de zeer wezenlijke bijdrage van diverse vrouwen aan de successen van haar vader.
Al op zeer jeugdige leeftijd was ze officieel mede-keizerin en zij en haar moeder Irene verwachtten dan ook dat zij haar vader na zijn dood zou opvolgen. De geboorte van een jongere broer maakte opvolging in de mannelijke lijn mogelijk, maar Anna weigerde zich daarbij neer te leggen. Kort na de dood van haar vader beraamde ze een mislukte aanslag op haar broer en werd ze verbannen naar een klooster. Daar schreef ze tussen 1136/37 en 1153/54 HET VERHAAL VAN ALEXIOS.
In haar boek geeft ze blijk van een scherp inzicht in de achtergronden van de vele politieke en militaire verwikkelingen die de jaren rond 1100 tot een keerpunt hebben gemaakt in de positie van het Byzantijnse rijk tussen Oost en West, tussen de Turken en Europa, tussen de islam en de westerse christenheid.