Dit boek is het derde en laatste deel in Ouweneels 'metahistorische' trilogie; het volgt op 'De negende Koning' en 'De zevende koningin'. Dit derde deel plaatst de vorige delen, die binnen het bijbels-profetische gezichtsveld bleven, in het brede kader van 5000 jaar denkgeschiedenis. Alle grote richtingen in het wereldwijde denken van de mens -filosofisch, religieus, wetenschappelijk, cultuurhistorisch -worden hier in een machtige synthese samengevat, met onder andere speciale nadruk op de grote wereldgodsdiensten. Het boek onderscheidt daarbij zes bijzondere keerpunten, 'kantelingen', die een bepaald patroon vormen. Het zijn de Neolithische Revolutie (ca. 3000 v.C), de 'Spilperiode' (6e eeuw v.C), de komst van Christus, de komst van Mohammed, de Wetenschappelijke Revolutie (gevolgd door de Industriele Revolutie) en ten slotte de 'Zesde Kanteling': de zeer ingrijpende postchristelijke, postindustriele, postwesterse, postmoderne omwenteling die wij vandaag meemaken. Het boek onderneemt een gedurfde poging om de metahistorische oorzaken van deze 'kantelingen' en de brede, metahistorische samenhang ertussen op te sporen. Daardoor is het boek een meeslepende tocht door de geschiedenis geworden, die hier als het ware 'van bovenaf bekeken wordt.