GESCHIEDENIS VAN HET NEDERLANDS IN DE TWINTIGSTE EEUW onderscheidt zich wat betreft thematiek duidelijk van veel andere taaluitgaven die zich richten op ontwikkelingen binnen de Nederlandse woordenschat. In deze uitgave staan juist de ontwikkelingen in de grammatica centraal: het verdwijnende lidwoord, het opduiken van 'feit is-zinnen', 'bananen-zinnen' en de 'haarziekte'.GESCHIEDENIS VAN HET NEDERLANDS IN DE TWINTIGSTE EEUW begint met een schets van Nederland anno 1900 en een beschrijving van de geschiedenis van de afgelopen eeuw.Na dit algemeen-historische deel volgt een uitgebreid taalkundig deel dat in verschillende hoofdstukken de ontwikkelingen van uiteenlopende facetten van het Nederlands behandelt: woorden, zinsdelen, werkwoorden, woordvolgorde, morfologie en uitspraak. De auteurs geven talloze voorbeelden uit bekende literaire werken, de taal in de media en de jongerentaal.