Soms is het moeilijker een gebouw te renoveren dan het helemaal van de grond af aan opnieuw op te trekken. Dat komt niet alleen doordat men rekening moet houden met de historische waarde van bepaalde elementen, maar ook doordat men niet altijd weet in welke staat het oorspronkelijke gebouw verkeert. In Europa heeft de laatste jaren, mede als gevolg van de tweede Wereldoorlog, de tendens om oude gebouwen te restaureren tot enige gekunsteldheid geleid. Veel gebouwen geven blijk van onbegrepen traditionalisme, of zijn zogenaamd gerestaureerd terwijl men alleen de façade heeft laten staan en de rest volledig nieuw is. Hierdoor is er echter ook een verlichtere zienswijze ontstaan met betrekking tot het verbouwen van oude gebouwen: men beschouwt het meer in het licht van de eisen van het moderne leven, waarbij de dialoog met het verleden minder belangrijke is geworden. Dit boek bevat zorgvuldig geselecteerde projecten van architecten van over de hele wereld die oude fabrieken, werkplaatsen, stallen, boerderijen en molens hebben omgebouwd tot privéwoningen.