Emigreren voor beginners is een vermakelijk en leerzaam verhaal voor iedereen die mijmert over een bestaan in een ander land. Henrico Prins weet er alles van. In 2006 gaat hij met zijn gezin naar Nieuw-Zeeland voor een bruiloft. Als ze er rondrijden, zeggen ze tegen elkaar: 'Hier gaan we wonen.' Terug in Nederland laat hun omgeving merken het een belachelijk plan te vinden: 'Denk eens aan je ouders.' 'Denk eens aan je kinderen.' 'Denk eens aan je pensioen.' 'Denk eens aan óns.' Maar Henrico en zijn gezin hakken de knoop door en vragen
een verblijfsvergunning aan.

Met zijn vrouw en twee zonen vindt Prins zichzelf een paar jaar later terug in Nieuw-Zeeland, waar het gras inderdaad groener blijkt, voor zover het niet is ondergescheten door een van de 32 miljoen schapen. Een land waar niemand op hem zit te wachten, waar de huizen van bordkarton zijn, en een hengeltje uitwerpen hoger staat aangeschreven dan carrière maken. Een lekker langzaam land. Precies wat hij zocht. Of niet?

Henrico Prins houdt in dit boek niets achter, stoot als beginnend emigrant regelmatig zijn hoofd en krabt de suikerlaag van de droom die iedere landverhuizer erop nahoudt. Emigreren voor beginners is een zoektocht geworden naar het antwoord op de prangende vraag: is het al die moeite waard?