Twee groepjes ontdekkingsreizigers onder-nemen een expeditie naar ‘het verste punt van de beschaving’. Wie arriveert het eerst, het groepje met Summerfield, Johns en Cook? Of toch de groep met Thegn, Tostig en Guthrum? Lang blijft in het ongewisse wat precies het doel is van deze expeditie, die zich afspeelt in een onduidelijke periode van de geschiedenis. Tot op een dag de muilezels die de bagage dragen gaan dwarsliggen...
Als chauffeur van een Londense dubbeldekker kwam Magnus Mills (1954) de moderne literatuur binnen. Zijn romandebuut in 1998 De hekkenbouwers (The Restraint of Beasts) werd genomineerd voor de Booker en de Whitbread Prize en vertaald in 17 landen. Zijn twee volgende romans Vrij kamperen (All Quiet on the Orient Express, 1999) en Een tempel van blik (Three to See the King, 2001 ) verschenen onder grote bijval van critici en een groeiend lezerspubliek. De verkenners van de Nieuwe Eeuw is niet Mills langste, misschien wel zijn beste roman. En zeker de ‘Mills-te’.
‘Zorg dat je Magnus Mills in huis hebt! Altijd! Alle titels! Vertel het aan je vrienden, geef het je vader cadeau, stop het bij de buren in de brievenbus!! Hij is zo leuk!’ Boekblad
Over De hekkenbouwers: ‘Droge, licht-absurdis-tische toon, die doet denken aan Pinter of Beckett.’ NRC Handelsblad
Over Vrij kamperen: ‘Voor literaire wonderkinderen, zelfs voor een wonderkind van 46, geldt dat de tweede roman cruciaal is. Vrij kamperen doorstaat de test evenwel met vlag en wimpel.’ De Morgen