Toen de lancering van EISNER aangekondigd werd, klonk onder tekenaars, schrijvers, collega-uitgevers en liefhebbers gejuich op. De beeldroman – ook wel graphic novel genoemd – is in Groot-Britannië, België, Frankrijk en de Verenigde Staten hevig in opmars, maar is in de Nederlandse boekhandel nog maar mondjesmaat zichtbaar. EISNER wil de weg voor beeldverhalen in Nederland verbreden, en het genre een vast en hoogwaardig podium bieden. Het onweerstaanbaar vormgegeven tijdschrift, vernoemd naar geestelijk vader van de graphic novel Will Eisner (1917-2005), verschijnt vanaf Najaar 2008 driemaal per jaar.
Onder beeldverhalen verstaat EISNER alle strips die voor een volwassen publiek zijn bedoeld, van autobiografische strips (Craig Thompson, Barbara Stok, Manu Larcenet, Peter Pontiac, Mariane Satrapi), tot fictie (Chris Ware, Guido van Driel), non-fictie (Joe Sacco) en horror (Charles Burns).
In elk nummer komen exclusieve (internationale) beeldverhalen, die een staalkaart bieden van de ontwikkelingen in het genre. Jonge en gevestigde schrijvers worden uitgedaagd de samenwerking aan te gaan met tekenaars uit Nederland, Vlaanderen en de rest van de wereld. In het eerste nummer bijt Ingmar Heytze het spits af, met Hisko Hulsing als sparringpartner.