Gouverneur Van Imhoff Op Dienstreis In 1739
Sinds 1663 bezat de VOC in het zuiden van India enkele belangrijke handelsposten. Peper was aanvankelijk het voornaamste product voor de Europese thuismarkt. Het Indiase textiel was tot 1700 vooral bestemd voor de intra-Aziatische handel. Daarna werd deze lijwaathandel ook van belang voor Europa.
Op 25 januari 1739 vertrok gouverneur Van Imhoff (1705-1750) vanuit Colombo naar Cochin, de hoofdvestiging in Malabar. Het doel van deze dienstreis was divers.
Samen met de commandeur van Cochin, Stein van Gollenesse (1691-1755) , moest hij een vloot uitrusten om de Angrease kapers, die een jaar eerder twee compagnieschepen hadden geroofd, aan te pakken. Tevens wilde hij, door de banden met de vorsten van Cochin en Travancore nauwer aan te halen, nieuwe leveringscontracten voor peper en textiel afsluiten. Problemen waren er genoeg: onbetrouwbaarheid van de vorsten, concurrentie van de Engelsen, de daardoor onredelijk hoge prijzen, gebrek aan kwaliteit van de katoentjes en valutaproblemen.
De terugreis voerde door Noord-Ceylon waar zijn aandacht uitging naar de olifantenhandel, de verkoop van kroonland en het herstel van irrigatiesystemen.
Het verslag van de reis, bestemd voor de superieuren van Van Imhoff, was bedoeld om toestemming te krijgen voor het door hem voorgestelde en gevoerde beleid. Een dergelijk dienstreisverslag is niet eerder uitgegeven en biedt een interessante kijk op de moeilijkheden van de VOC in een periode dat de zaken in India er niet goed voorstonden.
Bezorgd door Marianne Wever-Nierop, Anke Jansen-Galjaard, Marleen Chrisstoffels-Speelman en Lodewijk Wagenaar.
Deel 106 (2007) van de Werken van de Linschoten-Vereeniging.
Op 25 januari 1739 vertrok gouverneur Van Imhoff (1705-1750) vanuit Colombo naar Cochin, de hoofdvestiging in Malabar. Het doel van deze dienstreis was divers.
Samen met de commandeur van Cochin, Stein van Gollenesse (1691-1755) , moest hij een vloot uitrusten om de Angrease kapers, die een jaar eerder twee compagnieschepen hadden geroofd, aan te pakken. Tevens wilde hij, door de banden met de vorsten van Cochin en Travancore nauwer aan te halen, nieuwe leveringscontracten voor peper en textiel afsluiten. Problemen waren er genoeg: onbetrouwbaarheid van de vorsten, concurrentie van de Engelsen, de daardoor onredelijk hoge prijzen, gebrek aan kwaliteit van de katoentjes en valutaproblemen.
De terugreis voerde door Noord-Ceylon waar zijn aandacht uitging naar de olifantenhandel, de verkoop van kroonland en het herstel van irrigatiesystemen.
Het verslag van de reis, bestemd voor de superieuren van Van Imhoff, was bedoeld om toestemming te krijgen voor het door hem voorgestelde en gevoerde beleid. Een dergelijk dienstreisverslag is niet eerder uitgegeven en biedt een interessante kijk op de moeilijkheden van de VOC in een periode dat de zaken in India er niet goed voorstonden.
Bezorgd door Marianne Wever-Nierop, Anke Jansen-Galjaard, Marleen Chrisstoffels-Speelman en Lodewijk Wagenaar.
Deel 106 (2007) van de Werken van de Linschoten-Vereeniging.
Auteur | | Anke Galjaard |
Taal | | Nederlands |
Type | | Hardcover |
Categorie | | Geschiedenis |