Verhalen uit het achterhuis (ooievaar)

Tussen 1942 en 1944 was Anne Frank met haar familie ondergedoken om aan een dreigende deportatie naar nazi-Duitsland te ontkomen. Gedurende deze twee jaren schreef ze behalve haar later wereldberoemd geworden dagboek ook aan een verhaaltjesboek, de ze zelf de titel 'Verhaaltjes, en gebeurtenissen uit het Achterhuis' meegaf. Ze beschrijft hierin een aantal voorvallen uit de onderduikperiode, de dagelijkse gang van zaken in het Achterhuis en herinneringen aan haar schooltijd. Bovendien bevat de bundel een aantal verhaaltjes die ze bedenksels noemde. Anne Frank was inderdaad niet van gisteren, geen katje om zonder handschoenen aan te pakken, een felle puber. Ook haar eigen verhaaltjesbundel getuigt daarvan, naast de anekdotes uit het onderduikbestaan, die hogedrukpan van menselijke verhoudingen.