Schematherapie kan bij meer dan de helft van de patiënten met een borderline-persoonlijkheidsstoornis resulteren in genezing en in tweederde van de gevallen is er sprake van klinisch relevante verbetering. Bovendien is deze behandelwijze kosteneffectief ten opzichte van andere therapeutische methoden.

De auteurs vergelijken schematherapie met blind simultaan schaken: de therapeut moet vanuit een actieve opstelling een veelheid van factoren tegelijkertijd ‘doorhebben’ en bewerken. Dit boek biedt een praktische beschrijving van de bps in termen van schemamodi en van een groot aantal technieken dat verandering mogelijk maakt. Centraal daarbij staat ‘limited reparenting’. Een goede therapeutische relatie is echter niet voldoende en daarom worden zowel experiëntiële, cognitieve als gedragsmatige technieken beschreven, die zijn afgestemd op de behandeling van een bps-patiënt.

Schematherapie bij borderline-persoonlijkheidsstoornis is de opvolger van Schemagerichte cognitieve therapie bij borderline-persoonlijkheidsstoornis. Het boek is uitgebreid op het gebied van experiëntiële technieken en er is een nieuw hoofdstuk toegevoegd over de toepassing van schematherapie in groepen, bij (echt)paren en in andere settingen.

Arnoud Arntz is hoogleraar klinische psychologie en experimentele psychopathologie aan de Universiteit Maastricht en psychotherapeut bij de riagg Maastricht.

Hannie van Genderen is klinisch psychologe, psychotherapeute en supervisor van de vgct en werkzaam bij de riagg Maastricht. Zij doceert cognitieve gedragstherapie, de laatste jaren met name in de schematherapie.