Inmiddels zo'n 13.000 jaar lang wordt Nederland permanent bewoond. Wat is er in al die jaren met het land en zijn bewoners gebeurd? Hoe is het Nederland dat wij nu kennen, eigenlijk tot stand gekomen? Hoe lang duurde het voordat het land een zelfstandige staat werd? Waarom was Nederland eerst een republiek en later pas een koninkrijk en hoe zat het ook al weer met Willem van Oranje en zijn nageslacht?

Gijs van der Ham frist ons geheugen op en beschrijft in Geschiedenis van Nederland de belangrijkste ontwikkelingen uit de bijzondere en veelzijdige Nederlandse geschiedenis: van de ijstijd tot het paarse kabinet. Hij legt de nadruk op die onderwerpen die Nederland zo eigenzinnig maken, zoals het streven de natuur te beheersen, de verstedelijking, de vele inwoners van buitenaf en het decentrale karakter. Hij laat zien dat wat wij nu zo vanzelfsprekend vinden, lang niet altijd vanzelfsprekend was.